De aanbestedende dienst stelt voorop dat haar voornemen materieel gezien neerkomt op het maken van afspraken door haar en de concessiehouder die passen binnen de kaders van de gegunde opdracht en daarmee formeel gezien geen wijziging van de concessieopdracht inhouden, en al helemaal geen wezenlijke wijziging van die concessieopdracht. Daarmee is strikt genomen een publicatie ex art. 4.16 Aw niet noodzakeli...

De aanbestedende dienst stelt voorop dat haar voornemen materieel gezien neerkomt op het maken van afspraken door haar en de concessiehouder die passen binnen de kaders van de gegunde opdracht en daarmee formeel gezien geen wijziging van de concessieopdracht inhouden, en al helemaal geen wezenlijke wijziging van die concessieopdracht. Daarmee is strikt genomen een publicatie ex art. 4.16 Aw niet noodzakelijk. Aanbestedende dienst meent echter dat transparantie gewenst is en kiest ervoor om toch een aankondiging te doen van het voornemen. Daarbij speelt een rol dat een potentiële belanghebbende reeds heeft aangegeven het maken van bezwaar te overwegen. Langs deze weg informeert de aanbestedende dienst eenieder over de volgende voorgenomen afspraken met de zittende concessiehouder:Voorgenomen lichting verlengingsoptieDe aanbestedende dienst is voornemens om reeds nu de in de concessieovereenkomst opgenomen verlengingsoptie te lichten. De betreffende verlengingsoptie is van begin af aan opgenomen in de aanbestedingsdocumentatie. De clausule met de verlengingsoptie is een herzieningsclausule conform het bepaalde in art. 2.163c Aw. Het inroepen van de betreffende optie resulteert onder deze omstandigheden niet in een wijziging van de concessieopdracht op basis waarvan de aanbestedende dienst een nieuwe aanbestedingsprocedure moet organiseren.De aanbestedende dienst merkt nog op, dat uit de clausule in het bijzonder of de aanbestedingsdocumentatie in het algemeen op geen enkele wijze volgt dat deze slechts aan het einde van de looptijd van de concessieperiode en/of slechts op een ander specifiek moment zou kunnen worden ingeroepen.Voorgenomen uitbreiding aantal digitale vlakken en wijziging formaat digitale vitrinesDe zittende concessiehouder is voornemens om het aantal digitale vlakken uit te breiden in combinatie met een gelijktijdige vermindering van het aantal papieren vlakken. Een dergelijke wijziging is toegestaan onder de concessievoorwaarden en levert geen wijziging van de concessieopdracht op. De aanbestedende dienst heeft in de concessievoorwaarden:1. Geen exact aantal reclamevlakken /-objecten voorgeschreven;2. De bestaande locaties slechts als vertrekpunt genomen zonder zich te binden aan definitieve aantallen en/of locaties;3. Uitdrukkelijk opgenomen dat aantallen kunnen wijzigen door de verwijdering of plaatsing van objecten;4. Uitdrukkelijk toegestaan om papieren objecten te digitaliseren.Het voorgaande brengt met zich dat zolang het aantal objecten als zodanig niet wezenlijk wijzigt, er binnen de kaders van de concessie wordt gebleven, ook in het geval van wijziging van het aantal objecten en/of vlakken. Gelet op de voorgenomen verdere digitalisering is de zittende concessiehouder ook voornemens om de bestaande digitale schermen van in elk geval de vrijstaande reclamevitrines te verbeteren. Dit resulteert onder andere in de toepassing van schermen die een fractie groter zijn dan de bestaande schermen. De aanbestedende dienst merkt op dat de nieuw beoogde schermen voldoen aan alle eisen zoals deze zijn opgenomen in de concessievoorwaarden. Daar komt bij, dat uit de concessievoorwaarden niet volgt dat de digitale schermen gedurende de concessie niet mogen worden gewijzigd/vervangen. Dat is ook niet logisch nu de concessie een te lange looptijd heeft om tussentijds niet tot vervanging van schermen over te gaan. Daarmee is geen sprake van een wijziging van de concessievoorwaarden dan wel van de concessieopdracht. De aanbestedende dienst merkt nog op, dat uit paragraaf 5.14 van het programma van eisen volgt dat de vormgeving van de schermen, zolang deze vormgeving binnen de technische concessie eisen plaatsvindt, geheel aan de concessiehouder is.Verder is de maatvoering van de schermen geen gunningscriterium geweest in de aanbesteding. Er is enkel gecontroleerd of de schermontwerpen voldeden aan de technische concessie eisen. Ook hieruit volgt dat het de concessiehouder vrijstaat om de vormgeving van de schermen gedurende de concessie aan te passen c.q. dat zij niet is gebonden aan een specifiek ontwerp.Voorgenomen inzet nieuwe exploitant (onderaannemer)De zittende concessiehouder heeft de aanbestedende dienst verzocht om haar toestemming te verlenen om te gaan werken met JCDecaux Nederland B.V. voor wat betreft de exploitatie: per 1 januari 2024 voor wat betreft de digitale objecten en vanaf 1 december 2025 ook voor wat betreft de overige objecten. De aanbestedende dienst is voornemens deze toestemming te verlenen. Ofschoon de concessieovereenkomst geen exploitatieplicht bevat en de inzet van een derde bij het benutten van het exploitatierecht geen onderaanneming in strikte zin behelst, is naar analogie van de regeling voor de inzet van onderaannemers toestemming gevraagd. Ingevolge eis 36 uit het programma van eisen is het toegestaan om met onderaannemers te werken mits de aanbestedende dienst de inzet van die specifieke onderaannemer(s) goedkeurt. Hieruit volgt: dat het de concessiehouder vrijstaat om na gunning, en ná de zijdens de aanbestedende dienst verkregen toestemming, een derde als onderaannemer in te zetten.Naar analogie van deze bepalingen geldt hetzelfde voor de inzet van een derde in het kader van de exploitatie. De zittende concessiehouder heeft destijds in haar inschrijving slechts een voornemen tot gebruikmaking van een specifieke 'onderaannemer' opgenomen. Zij heeft hierbij niet verduidelijkt waar zij de mogelijk voorgenomen 'onderaannemer' voor nodig heeft en waar de inzet van deze partij van afhangt. Aldus is er niets concreet aangeboden qua inzet van een 'onderaannemer' en vloeien er ook geen verplichtingen voor de concessiehouder voort uit haar inschrijving. Tot slot geldt dat er geen geschiktheidseisen waren in het kader waarvan een beroep op een derde is gedaan. De wijziging van een derde die bij de exploitatie als “onderaannemer” wordt ingezet, levert derhalve geen wijziging van de concessieopdracht op en zeker geen wezenlijke wijziging.

Arata tot

Arata mai putin